“Rising Phoenix is een film die iedereen zou moeten zien”
Eén maand na zijn release op Netflix doet de documentaire Rising Phoenix nog steeds heel wat welverdiend stof opwaaien. Wij wilden weten wat de leden van Paralympic Team Belgium ervan vonden. Vol lof en enthousiasme lijken ze allemaal dezelfde wens te delen: de film zo breed mogelijk onder de aandacht brengen.
Rising Phoenix dompelt je helemaal onder in de wereld van de Paralympische Spelen. De 1.45 uur lange documentaire opent met een intiem en diepgravend portret van enkele topatleten, zoals de Italiaanse schermster Bebe Vio, bijgenaamd the Rising Phoenix, en de Franse sprinter Jean-Baptiste Alaize, die op 3-jarige leeftijd het slachtoffer werd van de burgeroorlog in Burundi en er zijn rechterbeen door verloor.
De film gaat ook uitgebreid in op de geschiedenis van de Paralympische Spelen. De grote successen van de beweging worden aangehaald, waaronder de ongelofelijke Spelen van Londen. Maar er wordt ook stilgestaan bij de enorme moeilijkheden waarmee de organisatoren van de Paralympische Spelen in Rio werden geconfronteerd. Netflix geeft m.a.w. een compleet overzicht van de paralympische beweging.
Rake toon en invalshoek
Rising Phoenix was een gok waarvan niemand met zekerheid kon zeggen hoe die zou uitpakken. Te vaak vervallen de mediaberichten over de paralympische sport en atleten in een soort gemakzucht, met weinig ruimte voor nuance en weinig aandacht voor de diepgang in de verhalen.
Maar als we de leden van Paralympic Team Belgium mogen geloven, heeft Rising Phoenix die valkuilen weten te vermijden. “De film heeft echt de juiste toon en journalistieke invalshoek gevonden”, aldus Anne d’Ieteren, voorzitster van het Belgian Paralympic Committee. “Onze beweging wordt zeer getrouw weergegeven, zonder vertekening …”. “De atleten en de sport staan centraal in de film, zo eenvoudig is het”, voegt de Belgische g-wielrenster Griet Hoet toe. “De film zet de Paralympische Spelen en de Olympische Spelen naast elkaar, op hetzelfde niveau. Meer dan ooit voelde ik me trots en bevoorrecht om er deel van uit te maken (van de Paralympische Spelen, red.)”.
De film lijkt ook iedereen aan zijn of haar stoel te nagelen. “Ik heb de tijd niet zien voorbijgaan", vertelt Anne d’Ieteren. “De intensiteit wordt van het begin tot het einde aangehouden, zo boeiend.”
Sterke emoties maar geen medelijden
Rising Phoenix vertelt het parcours van verschillende paralympische atleten, en dat lijkt niemand onberoerd te laten: “Ik zat meerdere keren met de tranen in de ogen”, geeft g-wielrenner Ewoud Vromant toe. “De film toont hoe sterk de Paralympische Spelen, meer nog dan de Olympische Spelen, berusten op emoties, levensverhalen, dromen …”
“Het grote aanpassingsvermogen van de atleten wordt op een prachtige manier belicht”, gaat bocciaspeler Francis Rombouts verder. “En toch vervalt hij niet in medelijden”, vindt handbiker Maxime Hordies. “Hij draagt een sterke boodschap uit: na een val kan je altijd weer opstaan. Je mag nooit opgeven.”
Zo veel mogelijk delen
Over één ding is iedereen het eens: de film moet zo veel mogelijk bekeken worden. “Ik denk dat hij echt een verschil kan maken”, zegt Julien Liens, kinesist voor Paralympic Team Belgium. “Als ouders met een gehandicapt kind de film zouden zien, dan zou hun vrees t.o.v. sport misschien verdwijnen”. De documentaire zou ook een heleboel mensen kunnen wakker schudden, vervolgt de kine. “Hij toont alle moeilijkheden waarmee de tenoren van de paralympische beweging te kampen kregen tijdens de Spelen van Rio. Die obstakels zijn bijna aanstootgevend als je weet hoe belangrijk de Spelen zijn voor de paralympiërs, net als voor hun olympische tegenhangers.”
“Deze film zou men in de scholen, in de seminaries moeten durven tonen”, meent Maxime Hordies. “Om te laten zien wat we doen, wat paralympische sport is.”
Fabian Gabellini, kinesist voor Paralympic Team Belgium, is het daarmee eens en besluit: “Ik heb de film aan veel mensen in mijn omgeving aangeraden … Wat mij betreft ben ik gesterkt in mijn verlangen om me samen met de para-atleten in te zetten. En ik heb meer dan ooit zin in Tokyo.”